Kattensite
Levensduur
De levensduur van huiskatten komt ongeveer overeen met die van de andere
katachtigen. Na tien jaar kan een kat als bejaard worden beschouwd. Katten
sterven gemiddeld na veertien tot zestien jaar. De oudste Nederlandse kat werd
28 jaar oud
. De oudste kat ter wereld werd 38
jaar en 1 dag oud. In het algemeen zijn leeftijden moeilijk te controleren,
omdat katten geen geboortebewijs hebben.
Raskatten
hebben dit wel, maar worden gemiddeld
minder oud, ongeveer 10-13 jaar. Dit komt door aangeboren ziekten die bij
raskatten vaker voorkomen ten gevolge van een hoge inteeltfactor. Een
soortgelijk beeld ziet men overigens ook bij honden
Zintuigen
De meeste katten hebben een goed gezichtsvermogen en kunnen goed in het
donker zien, doordat zij meer
staafjes dan kegeltjes in hun ogen hebben. Hierdoor kunnen ze goed
waarnemen in de schemer, maar bij volkomen duisternis zien ze niets. Hun
vermogen kleuren te onderscheiden is daarentegen zwak, maar katten zijn niet
kleurenblind.
Op de achterwand van het oog
bevindt zich reflecterend weefsel (het tapetum lucidum), waardoor de ogen
van een kat fonkelen in het donker. Het gezichtsveld van een kat bedraagt 285°,
versus een mens 210°.
De irissen
hebben een verticale spleet als vorm. Elk oog
wordt beschermd door een derde ooglid, ook wel
knipvlies
genoemd.
Katten kunnen uitstekend horen en zijn in staat frequenties tot 40
kHz
of hoger waar te nemen. Ter vergelijking: een
gemiddeld mens hoort frequenties tot 20 kHz. De oren kunnen 180° draaien.
Hierdoor kunnen geluiden goed gelokaliseerd worden.
De snorharen hebben een functie bij het instinctief doorbijten van de
ruggengraat van de prooi. Katten zien op korte afstand niet scherp en vertrouwen
daarom op hun uiterst gevoelige snorharen en de lange haren boven de ogen
wanneer zij een prooi hanteren. Katten zonder snorharen kunnen het doden van de prooi moeilijk uitvoeren.
De haren in de vacht zijn afzonderlijk verbonden met een
mechanoreceptor
. Hierdoor kan informatie over de omgeving naar de hersenen worden gestuurd. De meeste katten vinden het daardoor
ook prettig om aangehaald en geaaid te worden.

Een kattenneus bevat ongeveer 20 miljoen geurcellen
, vier keer zo veel als bij een mens. De
neus is vooral afgestemd op
stikstof
, omdat deze stof zich in rottend voedsel
bevindt. Hierdoor is de kat ook goed in staat om voedsel te beoordelen op
eetbaarheid.
Katten zijn van nature geen aaseters
.
Het reukvermogen van katten is niet zo goed ontwikkeld als dat van honden.
Een kat heeft ongeveer 500
smaakpapillen
, terwijl een mens er ruim 9000
heeft.
Katten laten zich dan ook
voornamelijk leiden door
geuren
. Katten kunnen zout, zuur en bitter van elkaar
onderscheiden, maar hebben geen voorkeur voor zoet.

De anatomie
Het skelet van een kat bestaat uit 250
botten. Net als alle andere carnivoren

(vleeseters) zijn katten toegerust om op prooien te jagen en ze te verslinden.
Katten hebben een vrij ronde kop en een korte snuit, grote ogen, gevoelige
snorharen

bij de bek en scherpe omhoogstaande oren. Ze hebben korte brede kaken met sterke
knipkiezen en scherpe snijtanden. Katten hebben in het totaal 30
tanden. In de bovenkaak
hebben ze 6 snijtanden, 2 hoektanden, 6 voorkiezen en 2 kiezen. In de onderkaak hebben ze 6 snijtanden, 2 hoektanden, 4
voorkiezen en 2 kiezen. Hun kaak kan geen kauwbeweging maken, de kat verscheurt
zijn voedsel en gebruikt het zeer sterke maagzuur om het voedsel te verteren. De
tong
is bedekt met een laag ruwe papillen die goed
van pas komt bij de persoonlijke verzorging. De tong van de poes is ruwer dan
die van de kater; zo kan ze haar jongen beter wassen.
Katten hebben vijf tenen aan beide voorpoten en vier tenen aan de
achterpoten. De eerste teen bevindt zich wat hoger op de voorpoot dan de andere
vier tenen. Deze eerste teen raakt tijdens het lopen de grond niet, maar wordt
wel gebruikt bij de verzorging en bij het grijpen van een prooi. Aan de
uiteinden van de tenen bevinden zich sterke, scherpe, gebogen klauwen. De nagels
kunnen worden ingetrokken. Dit mechanisme is een onderscheidend kenmerk van de
kattenfamilie
. Door de nagels te scherpen aan een boom (in
huis een krabplank of
krabpaal
) houdt een kat zijn nagels scherp. De
zijkanten die uitgroeien komen dan los te zitten en worden met de tanden
verwijderd waardoor de nagel op lengte blijft met een scherpe punt.
Een kat heeft een lange staart die hij gebruikt om in evenwicht te blijven en
bij sociale communicatie. Het bewegingsstelsel is extreem soepel met een
flexibele
ruggengraat
, waardoor katten erg lenig zijn. Katten
kunnen zich bij een val zo keren dat ze op de poten terechtkomen. Om "op zijn
pootjes terecht te komen" moet de kat wel de ruimte en tijd krijgen om zich te
keren.



Het lichaam van een kat

Picture

Kattenschedel

Picture

Een kat met 2 verschillende ogen

Picture

Kattenoog

Picture

Een jagende kat

Picture

Gedrag
Jagen
Katten zijn erg beweeglijk: ze kunnen snel korte afstanden afleggen en het
zijn goede klimmers. In tegenstelling tot honden, hebben katten een beperkt
uithoudingsvermogen. Katten houden meestal niet van water, maar kunnen wel goed
zwemmen. Ze jagen op hun prooi door ze geruisloos te besluipen. Als de kat dicht
genoeg genaderd is, bespringt hij de prooi en vangt hij het dier met zijn
scherpe tanden en klauwen. De neiging om langdurig met de gewonde prooi te
spelen wordt bij alle katachtigen waargenomen, ook bij de gedomesticeerde kat.
Het is een middel om de prooi onschadelijk te maken zonder zelf verwondingen op
te lopen als deze zich door bijten verdedigt.


Rusten
Naast het jagen kunnen katten ook erg luieren. Ze houden ervan om lekker in
de zon te zitten of op een warme ondergrond te gaan slapen. Dit is ook nodig,
omdat die tijd de kat de mogelijkheid geeft om de relatief grote en voedzame
prooi te verteren. De gemiddelde kat slaapt of luiert tweemaal zo veel als een
mens, en is dus het overgrote deel van de dag niet wakker.


Hygiëne
Net als leeuwen en tijgers likken ze zichzelf schoon met hun tong; vaak doen
ze dit voor het slapen gaan, of na het wakker worden. De instinctieve verzorging
van de vacht met tanden, speeksel met
enzymen en vet uit een klier boven de staart vergt
ongeveer twee uur per dag. Hierdoor slikt de kat veel losse haren in. Deze
verlaten gewoonlijk via het darmkanaal het lichaam. Als de kat echter te veel
haren in korte tijd binnenkrijgt, kan er een haarbal ontstaan die wordt
uitgebraakt.
Dit kan worden voorkomen door de
kat goed te borstelen of speciale anti-haarbalsnoepjes te voeren. Langharige
katten hebben overigens meer last van haarballen dan kortharige. Als een kat
vergeefse pogingen doet om een haarbal uit te braken, kan er sprake zijn van
verstopping. Dit kan levensbedreigend zijn.

Haarbal

Picture

Voorbeelden van kattenbakken en kattenbakvuling

Picture
Kattenbak.

Picture

Voorbeelden van kattenbakkorrels

Picture
Kattenbakkorrels